Gepubliceerd op 14 december 2022
“Hij komt mijn praktijk binnen met een fikse cervicale bewegingsbeperking die gepaard gaat met hevige pijn bij de minste beweging. Zijn hoofd en romp bewegen ‘en bloc’ en hij zit er totaal verkrampt bij. Zo een patiënt zie je ongetwijfeld zelf regelmatig.
Na een anamnese, analyseer ik waar ‘het schoentje wringt’. Hiervoor laat ik de patiënt eerst actief een aantal functionele bewegingen uitvoeren, met oog voor zijn lokaal en globaal bewegingspatroon.
Daarna doe ik hetzelfde via manuele therapie, met een algemene cervicale handgreep om de bewegingsbeperking te lokaliseren. Het vernieuwende is dat ik dit doe via de principes van de sensoriële biomechanica, een concept dat geen enkele fasciatherapeut vreemd is, maar wel wat afwijkt van de ‘standaard’ biomechanica.
In één handgreep en beweging kan ik, zowel de blokkades/bewegingsbeperkingen onder mijn handen alsverderop in het lichaam capteren. Dit is enkel mogelijk omdat ik in mijn opleiding leerde om mijn aandacht zowel gefocaliseerd als panoramisch te gebruiken.
Nu ik weet waar het lichaam zich heeft vastgezet, werk ik daar lokaal. Ook dat doe ik via de principes van de sensoriële biomechanica. Soms lost de blokkade hierdoor als vanzelf, maar vaak is er meer nodig. Dan maak ik ook de rest van het lichaam, rond de blokkade vrij. Welke techniek ik dan gebruik en op welke zone van het lichaam ik dat doe, is bij elke patiënt anders.
Heel vaak is het het vrijmaken van spieren zoals: m. trapezius, m. levator scapulae, mm. scaleni, m. sternocleidomastoideus, … een goed idee.
Meer ruimte brengen in de cervicale regio en zo een tonusdaling bekomen, helpt om daarna de laatste spanning lokaal op te lossen.
Het is heel belangrijk om de lokale zone daarna terug te integreren in het geheel van een functionele beweging.
Niet enkel in de totaliteit van de cervicale beweging, maar ook met de thoracale regio, het diafragma, de schouder, … en de rest van het lichaam.
En dan is het tijd voor de test: ik vraag aan de man om opnieuw dezelfde functionele bewegingen uit te voeren als bij de start van de sessie. De patiënt merkt zo een duidelijk verschil op in mobiliteit en pijnsensatie tegenover de start van de behandeling. Dat geeft hem een vertrouwensboost waardoor hij minder bewegingsangst gaat hebben.
Loopt het toch nog niet helemaal vlot?
Dan kan ik bijvoorbeeld nog een cervicale shift doen. Dat is een bewegingscorrectie vanuit de principes van de sensoriële biomechanica, maar met de actieve medewerking van de patiënt.
De voordelen van het behandelen van een acute torticollis met fasciatherapie is dat je op korte tijd een grote bewegingswinst bekomt en je patiënt met veel minder pijn naar huis gaat. En dat alles zonder dat je ‘invasief’ hebt moeten werken.”
Benieuwd naar meer?
Volg ons…
Schrijf je in …
Zo ben je ook als 1e op de hoogte van al onze infomomenten.
Tot snel!
Andere
Een fascia-blik op welke onderdelen van de beweging je kan beschrijven en evalueren. Wanneer we in fasciatherapie een beweging analyseren, gebruiken we een functionele beweging. Een dagdagelijk...
Gecoördineerd bewegen? Alle delen van je lichaam starten en stoppen samen! Heb je er ooit bij stilgestaan dat alle delen van je lichaam samenwerken om een beweging uit te voeren? Als we ervan uit gaa...