fbpx

Schiet jij uit je startblokken?

Home » Blogs » Schiet jij uit je startblokken?

Gepubliceerd op 6 maart 2023

Gecoördineerd bewegen? Alle delen van je lichaam starten en stoppen samen!

Heb je er ooit bij stilgestaan dat alle delen van je lichaam samenwerken om een beweging uit te voeren?
Als we ervan uit gaan dat ons lichaam één grote tensegrale eenheid is, kunnen we stellen dat bij elke functionele beweging heel het lichaam mee beweegt. Verandering in één deel heeft immers impact op de rest van de delen.
Tijdens het analyseren van een functionele globale beweging kunnen we onze aandacht richten op de drie deelbewegingen. Elk van deze onderdelen bestaat uit een tijdsaspect (ritme en start/stop) en een ruimtelijk aspect (richting en amplitudo).
Zo komen we tot vier invarianten die nodig zijn om van een beweging te kunnen spreken.
De invariant waar we graag verder op ingaan is Start/Stop.

Met andere woorden:

∙ Starten alle segmenten de beweging gelijk en stoppen ze samen?
∙ Blijft er een deel achter?
∙ Doen er enkele segmenten niet mee?
∙ Of loopt er misschien een heel deel voor op de rest van het lichaam?

Hoe gaan we hier nu mee aan de slag?
Als we de beweging van je romp naar voor in de ruimte bekijken kunnen we bijvoorbeeld vaststellen dat

  • het hoofd vertrekt als starter van de beweging
  • de heupen plooien
  • lumbaal pas na enkele momenten beweging komt en “wordt verder getrokken door het hoofd”
  • thoracaal er weinig tot geen verplaatsing is naar ventraal

De nek is in dit bewegingspatroon voortrekker en aangezien thoracaal weinig tot niet beweegt en de lage rug pas later inspringt ter assistentie krijgt de zone rond de nek heel wat spanning te verduren.
Zo is het niet moeilijk je voor te stellen dat als er bepaalde delen van je lichaam niet deelnemen aan de beweging de andere delen extra dienen te werken. De krachtverdeling is niet optimaal en kan leiden tot overbelasting.

Hoe kunnen we dit patroon nu optimaliseren?
Eerst en vooral door de bewegingen die we aanleren bewust en traag te gaan uitvoeren. Zo is er tijd om te laten aanvoelen welke segmenten al dan niet bewegen, welke achterblijven of voorlopen. Het doel is om elk deel te integreren in het bewegingspatroon en elke deel tegelijk de beweging te laten aanvangen en stoppen.

Bijsturen kan bijvoorbeeld door de starter van de beweging te plaatsen op een zone die anders niet meebeweegt. Bewegen op het tempo van het “traagste” segment kan zones die het moeilijker hebben om te volgen integreren in het bewegingstraject.
Concreet kan je in dit voorbeeld voorstellen om de beweging thoracaal in te zetten tot waar dit segment kan bewegen. Daar stop je de globale beweging naar voor en keer je terug naar achter.
Door alle segmenten tegelijk de beweging te laten inzetten en tegelijk te laten stoppen kunnen we komen tot een betere krachtverdeling en een meer gecoördineerde beweging. Dit vergt wat oefening maar in de praktijk zien we dat zelfs na enkele herhalingen de beweging meer vloeiend wordt! De patiënt voelt dit ook onmiddellijk en zo ontstaat er vanuit de eigen ervaring motivatie om te oefenen.

Efficiënt toch?

 

 

op de hoogte blijven over de komende workshops die dit bespreken? Klik hier!
beelden WEBSITE BLOGWORKSHOP

Andere

Blogs

BLOGS
TensegriWAT?

Tensegriteit. Een concept dat onlosmakelijk verbonden is met de fasciatherapie zoals wij de methode kennen. Maar wat is dat nu eigenlijk? Tensegriteit is het samenspel van continue spanningskrachten e...


18 januari 2023
Lees meer
BLOGS
Wat je als fasciatherapeut een zwangere vrouw kan bieden.

“Ik sta er. Het klinkt romantisch, maar IK sta er als zwangere vrouw, IK sta er, samen met mijn baby.” Deze 18 weken zwangere vrouw had vooral krampen en pijnklachten in haar buik, bekken, rug en ...


31 oktober 2023
Lees meer

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons cursusaanbod en relevante informatie over fasciatherapie